Per 1 mei 2014 gaan de recreatieschappen Reeuwijkse Plassen e.o. en Krimpenerwaard samen verder als Groenalliantie Midden-Holland e.o. De betrokken partijen, provincie Zuid-Holland en tien gemeenten, hebben hiermee ingestemd. Het is de eerste fusie van recreatieschappen in Zuid-Holland. De provincie stuurt aan op meer samenvoegingen, die naar verwachting later dit jaar plaatsvinden.
Zuid-Holland kende tot op heden negen recreatieschappen. Dat kunnen er volgens de provincie vijf worden. Gedeputeerde Rogier van der Sande is verheugd over de fusie: “We moeten slim omgaan met de ruimte voor recreatie. Door deze fusie kunnen we efficiënter, integraler en over de gemeentegrenzen heen werken aan een gevarieerd aanbod van recreatiemogelijkheden in de regio. De recreant zal daar profijt van hebben.”
Overkoepelende richting en kaders, lokale invulling…
Recreatieschappen ontwikkelen en beheren voorzieningen voor openluchtrecreatie. Het centrale bestuur van de Groenalliantie schept de kaders en geeft richting aan . Op lokaal niveau wordt het beheer geregeld. Deze opzet geeft ruimte aan het centrale bestuur van de Groenalliantie om zich meer te richten op strategische kwesties en de ontwikkeling van het hele gebied. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om lokaal beslissingen te nemen op operationeel niveau. Alle betrokken gemeenten en de provincie zijn vertegenwoordigd in het centrale bestuur.
Gevarieerd palet recreatiemogelijkheden…
De voorzitters van de voormalige recreatieschappen, de heren Blankenberg en Cremers, zien de fusie als een flinke stap vooruit voor de recreatiemogelijkheden in hun regio. Blankenberg: “Door de gebiedsbrede aanpak kan een gevarieerder en sterker palet aan recreatiemogelijkheden worden geboden. Nu vindt in Midden-Holland voornamelijk dagrecreatie plaats, terwijl in het gebied door meer geïntegreerde recreatieplannen en gezamenlijke promotie ook meerdaagse recreatie voor de hand ligt.” Cremers vult aan: “Midden-Holland heeft daarvoor alles in huis: cultuur, natuur, sport. We gaan de recreant samen nog meer bieden dan voorheen!” Bron: gemeente Waddinxveen